De Griekse filosoof Aristoteles (384-322 voor Christus) probeerde levende wezens te ordenen (classificeren). De levende natuur werd ingedeeld in grote groepen om vervolgens naar details te gaan. Zo bestaat nog steeds de indeling van de gewervelde en ongewervelde dieren.
Een student van Aristotles bedacht een indeling voor het plantenrijk (Historia Planterum) een indeling op groeivorm: bomen, struiken, lage struiken en kruiden.
Later beschreef Plinius (een Romeinse natuurfilosoof) in Naturalis Historica de plantenwereld. Hij gebruikte daarvoor Latijnse woorden.
Voorbeeld
Sneeuwklokje
Galantus nivalis
Gal anthus = gala=melk, anthus = wit
nivalis = sneeuw